Hans Hoogervorst zat tot nu toe nooit langer dan vier jaar op dezelfde plek. Toch heeft hij bijgetekend voor nog eens vijf jaar als voorzitter van de International Accounting Standards Board (IASB), de organisatie die internationaal geldende boekhoudregels opstelt. ‘Met veel plezier’, zegt hij in een interview met het FD.
Het was wel even wennen voor de ex-politicus in een wereld waar het heel erg om de technische details draait. Zijn voorganger was de Schot Sir David Tweedie, een accountant die niet voor niets de bijnaam ‘ayatollah’ kreeg. Maar zijn politieke ervaring komt Hoogervorst ook goed van pas bij het overwinnen van de weerstand die nieuwe boekhoudregels altijd oproepen.
Onder zijn bewind zijn er regels gekomen die problemen met bankkredieten eerder in beeld moeten brengen. Hoogervorst is er ook in geslaagd om na tien jaar strijd bedrijven te dwingen om hun leaseverplichtingen op de balans te zetten.
U bent in de periode 1998-2007 staatssecretaris en twee keer minister geweest. Hoe gebruikt u uw politieke ervaring?
‘Ik ben een beetje een vreemde eend in de bijt bij de IASB. Maar men vindt het wel verfrissend dat iemand zich op de grote lijnen richt in een wereld waar men erg op details let. Ik houd ook nog steeds veel speeches. Men is het niet gewend om in normale bewoordingen over boekhoudregels te praten, maar het werkt wel goed. Ik gebruik ook altijd een paar sprekende voorbeelden om de noodzaak van veranderingen duidelijk te maken. Dat helpt om weerstanden te overwinnen.’
Er was veel weerstand tegen de nieuwe leaseregels. Bedrijven moeten hoge kosten maken om alle leasecontracten en in beeld te brengen en analisten weten toch wel hoeveel leaseverplichtingen een bedrijf heeft, zeggen bedrijven.
‘Het vergt een investering, dat klopt. Maar dat is eenmalig. En het is noodzakelijk. Leases zijn verplichtingen en die horen op de balans. Tijdens de financiële crisis zijn grote retailbedrijven met een schone balans toch failliet gegaan omdat zij enorme leaseverplichtingen hadden. Leases op de balans zetten creëert ook een gelijk speelveld. Lufthansa koopt zijn vliegtuigen en zet ze op de balans. Emirates least bijna alles. Hun verplichtingen zijn hetzelfde, maar hun balansen zien er heel anders uit. Wat betreft de doorgewinterde analisten die het toch wel weten: veel beleggers zijn geen doorgewinterde analisten. Bovendien komen alle analisten met hun eigen analyses.’
De grote doelstelling van de IASB is altijd geweest om te komen tot één set boekhoudregels voor de hele wereld. De Verenigde Staten hebben nog steeds hun eigen regels. Een mislukking?
‘Doel was om eerst zo dicht mogelijk bij elkaar te komen om het de VS mogelijk te maken om naar onze boekhoudregels over te stappen. Dat is deels gelukt. Maar niet bij de regels voor financiële instrumenten. Gaandeweg die discussie werd duidelijk dat de Amerikanen toch willen vasthouden aan hun eigen regels. Wat zit daar achter? De Verenigde Staten zijn de grootste economie ter wereld en een machtig land. Het is voor hen een stap te ver om hun boekhoudregels in handen te leggen van een internationale organisatie. Ik heb nog wel hoop dat de VS alsnog overstag zal gaan wanneer wij erin slagen de rest van de wereld achter onze regels te brengen. Dat gebeurt niet meer onder mijn voorzitterschap van de IASB, maar hopelijk nog wel in mijn leven.’
Wat zijn de projecten voor uw tweede termijn?
‘De grote projecten die bedrijven op hun kop zetten, hebben we bijna achter de rug. We gaan ons de komende jaren toeleggen op het verbeteren van wat we hebben. Bijvoorbeeld door bedrijven betere informatie te laten verstrekken. Jaarverslagen bestaan nu vaak voor een groot deel uit punten van de afvinklijstjes. Bedrijven zouden zich moeten beperken tot zinvolle informatie en dat dan beter doen.’
Onder de noemer ‘integrated reporting’ bieden bedrijven tegenwoordig ook informatie over bijvoorbeeld hun milieuprestaties of de houdbaarheid van hun verdienmodel. Helpt dat of creëert dat juist nieuwe non-informatie?
‘Voor dat soort informatie bestaat geen IASB. Landen hebben nationaal regels, maar die zijn niet op elkaar afgestemd. Het is helder dat er een wildgroei is ontstaan. Wij bezinnen ons nu op de rol die wij daarin moeten spelen. Onze eerste gedachte is dat wij ons bij onze eigen leest, dus financiële informatie, moeten houden. Er is wel behoefte aan andere informatie. Als minister moest ik ook altijd een jaarverslag maken. Ik schreef het belangrijkste hoofdstuk zelf en daarin ging het niet alleen over de cijfers,maar ook over politiek belangrijke zaken. Alleen zal dat soort informatie nooit de precisie hebben van financiële cijfers. Enige regelgeving is wel nodig om uniformiteit en bondigheid te bevorderen. Een bedrijf kan natuurlijk vijfhonderd pagina’s schrijven over zijn strategische plannen, maar ik zou dat niet aanraden.‘
De IASB heeft de lessen van de kredietcrisis verwerkt in de regels voor financiële instrumenten. Hoe staat het met het risico op een nieuwe financiële crisis?
‘Het systeem is nog niet veilig. Je zag het twee weken geleden toen Deutsche Bank vanwege de negatieve rente onder enorme druk van de financiële markten kwam te staan. Dat we ons acht jaar na de crisis nog steeds zorgen moeten maken over Deutsche Bank geeft aan dat we er nog niet zijn. Bovendien heeft het probleem zich voor een groot deel verplaatst naar de overheidsfinanciën. Niet in Nederland, maar in Frankrijk en Italië moet nog veel gebeuren. En dan heb je nog het probleem China. Daar hebben de banken precies gedaan wat Europa in de problemen heeft gebracht: de bankbalansen opblazen met kredietverlening. Daar komt bij dat het rentebeleid van de ECB de problemen eerder in stand houdt dan oplost. We zitten aan de methadon van Frankfurt. Ik ga geen crisis voorspellen, maar er zijn genoeg elementen die tot ontbranding kunnen komen.’